ALMELO – Er is al met al drie jaar overheen gegaan, maar uiteindelijk kreeg hij gelijk. Ferdi Eggink uit Almelo hoeft een boete van 90 euro voor het inrijden van de voor autoverkeer gesloten Grotestraat in Almelo niet te betalen. De opsporingsambtenaar van Stadstoezicht had z’n werk beter moeten doen.Ferdi Eggink, zelf juridisch adviseur, benadrukt het nog maar even. Nee, het was géén uitlokking. Sterker nog: Eggink wíst helemaal niet dat hij achter een busje van Stadstoezicht reed toen hij het verbodsbord aan de Grotestraat negeerde. Maar als je iemand die z’n brood verdient als juridisch adviseur een boete oplegt, dan moet dat natuurlijk wel correct gebeuren…
En dat blijkt in het geval van Ferdi Eggink niet te zijn gebeurd. De Almeloër liet het er niet bij zitten toen hij de bekeuring van 90 euro kreeg thuisgestuurd. Dat klopt voor geen meter, dacht hij bij zichzelf. Hij maakte bezwaar tegen de bekeuring bij de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel. Die verwierp zijn bezwaar. Maar Eggink zette door en zocht het hogerop, bij het gerechtshof in Arnhem. Daar haalde de Almeloër zijn gelijk. Het hof heeft de beslissing van de Almelose kantonrechter vernietigd. Eggink hoeft de boete niet te betalen.
Sanctie
Het is alweer even geleden. Ferdi Eggink moet even nadenken hoe het ook alweer precies zat. Het gebeurde op 2 mei 2016. „Ik was een beetje aan het rondrijden”, zegt de Almeloër. Op die bewuste dag negeert Eggink de geslotenverklaring van de Grotestraat. Hij rijdt de straat met z’n auto in, daarbij een wagen van Stadstoezicht volgend. „Maar ik kon niet zien dat de wagen van Stadstoezicht was, er zaten geen stickers op.”
De medewerker van Stadstoezicht zet vervolgens zijn auto schuin op straat en spreekt Eggink aan. „‘Je mag hier niet rijden’, zei hij tegen me. Ik zeg tegen hem ‘O ja. Ik zal achteruitrijden.’” En Eggink voegt meteen de daad bij het woord. De Almeloër gaat ervan uit dat zijn overtreding geen gevolgen heeft. De medewerker van Stadstoezicht geeft immers niet aan dat er een sanctie wordt opgelegd.
De fout in
Maar Eggink ontvangt een paar weken later toch een bekeuring. Of hij zo vriendelijk wil zijn om 90 euro over te maken naar het Centraal Justitieel Incassobureau. Niet dus! Door zijn ervaring als juridisch adviseur bij Verbo Juridisch Advies weet hij dat opsporingsambtenaren regelmatig de fout ingaan bij het uitschrijven van boetes. En deze bekeuring deugt niet, zegt hij. Hij heeft de boete namelijk gekregen op het kenteken van zijn auto. Terwijl de verbalisant de bekeuring op persoon had moeten uitschrijven.
In een aanvullende verklaring in december 2016 stelt de verbalisant dat hij Eggink wel degelijk een bekeuring heeft aangezegd. ‘Tijdens het gesprek reed betrokkene (Eggink, red.) achterwaarts terug en verdween uit zicht waardoor ik genoodzaakt was om de bekeuring op kenteken uit te schrijven’, aldus de verklaring van de betrokken medewerker van Stadstoezicht.
Vonnis
Uiteindelijk haalt Eggink zijn gelijk, al is het geduld van de Almeloër wel op de proef gesteld. Op 12 juli 2019 – ruim drie jaar later – bepaalt het gerechtshof Arnhem dat de boete van mei 2016 niet in stand kan blijven. Het hof wijst er in z’n uitspraak op dat ‘niet gebleken is dat de opsporingsambtenaar geen gelegenheid heeft gehad om de vereiste gegevens van de bestuurder te noteren.’ Eggink is – logisch – blij met de uitspraak. Met dit vonnis van het gerechtshof is het voor hem ook makkelijker om in de toekomst bezwaar te maken in soortgelijke zaken.
Uit TCTubantia.nl, geplaatst op 1 augustus 2019